Biocidenoverleg over potentiële kandidaten voor vervanging – Als een werkzame stof aan een van de criteria voor vervanging voldoet die zijn vermeld in artikel 10, lid 1, van de biocidenverordening (BPR), kan de beoordelende bevoegde autoriteit de stof identificeren als een potentiële kandidaat voor vervanging (CfS).
Als dit het geval is, zal ECHA – voordat het zijn advies over de goedkeuring of verlenging van de verlenging van de werkzame stof aan de Commissie voorlegt – een raadpleging starten om informatie te verzamelen over mogelijke alternatieven voor deze stof (artikel 10, lid 3, als de BPR).
Vervanging of uitsluiting?
Een werkzame stof kan niet alleen in aanmerking komen voor vervanging, maar ook voldoen aan de uitsluitingscriteria die zijn vermeld in artikel 5, lid 1, van de BPR:
- kankerverwekkende, mutagene en reproductietoxische stoffen categorie 1A of 1B volgens de CLP-verordening
- hormoonontregelaars
- persistente, bioaccumulerende en toxische (PBT) stoffen
- zeer persistente en zeer bioaccumulerende (vPvB) stoffen
Eventuele afwijkingen
erkzame stoffen die aan deze uitsluitingscriteria voldoen, mogen normaal gesproken niet worden goedgekeurd. Er kunnen echter afwijkingen mogelijk zijn zoals vastgelegd in artikel 5, lid 2, van de biocidenverordening, wanneer wordt aangetoond dat:
- het risico voor mensen, dieren of het milieu door blootstelling aan de werkzame stof in een biocide, onder realistische gebruiksomstandigheden in het slechtste geval, verwaarloosbaar is, met name wanneer het product wordt gebruikt in gesloten systemen of onder andere omstandigheden die erop gericht zijn om risico’s uit te sluiten contact met mensen en introductie in het milieu;
- er zijn aanwijzingen dat de werkzame stof essentieel is om een ernstig gevaar voor de menselijke gezondheid, de diergezondheid of het milieu te voorkomen of te beheersen;
- het niet goedkeuren van de werkzame stof zou een onevenredig negatief effect hebben op de samenleving in vergelijking met de risico’s voor de menselijke gezondheid, de diergezondheid of het milieu die voortvloeien uit het gebruik van de stof.
Beschikbaarheid alternatieve stoffen
Bovendien specificeert artikel 5, lid 2, van de BPR dat de beschikbaarheid van geschikte en voldoende alternatieve stoffen of technologieën een belangrijke overweging moet zijn bij het nemen van beslissingen over de goedkeuring van stoffen die aan de uitsluitingscriteria voldoen.
Goedkeuring voor beperkte toepassingen
Als aan ten minste één van de afwijkingsvoorwaarden is voldaan, kan goedkeuring van een werkzame stof worden verleend voor een periode van maximaal vijf jaar en voor beperkte toepassingen. Bovendien mogen de lidstaten alleen biociden toelaten als zij van oordeel zijn dat op hun grondgebied aan de voorwaarden wordt voldaan.
Aanvullende informatie van derden
ECHA verzamelt via raadplegingen van derden aanvullende informatie over de vraag of deze stoffen aan ten minste één van de afwijkingsvoorwaarden voldoen.
Opmerkingen indienen
De ingediende informatie kan niet-vertrouwelijk of vertrouwelijk zijn. Het wordt echter ten zeerste aanbevolen om de informatie zoveel mogelijk als niet-vertrouwelijk aan te bieden en de beweerdelijk vertrouwelijke informatie tot een minimum te beperken. Zie het onderstaande bestand “Instructies voor opmerkingen over CfS en afwijkingen” voor meer details over hoe u informatie moet indienen en hoe de ontvangen informatie zal worden behandeld.
Beschikbaarheid alternatieven
Voor stoffen die voldoen aan de uitsluitingscriteria van artikel 5, lid 1 van de BPR, is de beschikbaarheid van geschikte alternatieven een belangrijke overweging bij het nemen van een besluit over de goedkeuring van de stof. Als u daarom redenen wilt geven voor de afwijkingsvoorwaarden overeenkomstig artikel 5, lid 2 van de BPR, geef dan ook informatie over alternatieven en leg uit hoe dit verband houdt met uw argumentatie met betrekking tot de afwijkingsvoorwaarden.
Scope | Naam van de stof | EC nummer | CAS nummer | Product type | Startdatum consultatie | Einddatum consultatie |
---|---|---|---|---|---|---|
CfS | 3-jood-2-propynylbutylcarbamaat (IPBC) | 259-627-5 | 55406-53-6 | 8 | 6 september 2024 | 6 november 2024 |
Afwijking | Medetomidine | 811-718-6 | 86347-14-0 | 21 | 6 september 2024 | 6 november 2024 |
CfS & Afwijking | Pyrithionzink (Zinkpyrithion) | 236-671-3 | 13463-41-7 | 6, 7, 9, 21 | 5 augustus 2024 | 4 oktober 2024 |
Verwant
- Instructies voor commentaar op CfS en afwijkingen [PDF][EN]
- Indiening van informatie in de raadpleging over potentiële kandidaten voor vervanging in het kader van de biocidenverordening [PDF][EN]
- Analyse van alternatieven voor biocide werkzame stoffen voor aanvragers en autoriteiten: een aanbevolen kaderleidraad [PDF][EN]
- Richtsnoer voor het opstellen van sociaal-economische analyses als onderdeel van een autorisatieaanvraag [PDF][EN]
Bron: ECHA
Lees ook: Investereren in duurzaamheid consumptiegoederen loont!
Voorbehoud
Deze informatie is met de grootst mogelijke zorg samengesteld, in sommige gevallen uit verschillende informatiebronnen. (Interpretatie)fouten zijn niet uitgesloten. Er kan dus geen enkele wettelijke verplichting aan deze tekst worden ontleent. Iedereen die met dit onderwerp te maken krijgt, heeft zelf de verantwoordelijkheid om zich in de materie te verdiepen!