De spotlight op Biociden

De spotlight op Biociden
De spotlight op BiocidenBiociden worden gebruikt om mens en dier te beschermen tegen schadelijke organismen, zoals ongedierte of bacteriën. Elk biocide bevat een of meerdere werkzame stoffen die ontworpen zijn om virussen, schimmels en andere microben te bestrijden voordat ze schade aanrichten. In sommige gevallen zijn biociden ontworpen om organismen, zoals insecten, af te weren of aan te trekken.

Biociden zijn cruciaal voor het voorkomen en beheersen van de verspreiding van infectieziekten in ziekenhuizen en andere gezondheidsinstellingen. Ze helpen restaurants en de voedingsindustrie om schadelijke ziekteverwekkers uit ons voedsel te houden en ervoor te zorgen dat ons drinkwater veilig is. Biociden zijn ook belangrijk in veel industriële processen om de groei van micro-organismen te voorkomen. Ze spelen een sleutelrol in de veehouderij, olie- en gaswinning, maar ook in de maritieme industrie. Sommige biociden zijn bedoeld om materialen zoals medicijnen, bouwmaterialen en meubels te conserveren.

3 redenen om voor Siam software te kiezen
Niet alleen voordelen

Biociden zijn echter niet alleen schadelijk voor de organismen die ze moeten bestrijden, maar kunnen bij gebruik ook risico’s opleveren voor mens, dier en milieu. Om biociden veilig en op de juiste manier te kunnen gebruiken, moeten hun risico’s en doeltreffendheid worden beoordeeld.

 

Biocidenverordening (BPR)

De biocidenverordening (BPR) vereist dat alle biociden moeten voldoen aan toelatingseisen voordat ze op de EU-markt kunnen worden gebracht en gebruikt. Hun werkzame stoffen moeten op EU-niveau worden goedgekeurd. Het Biocidencomité (BPC) van ECHA keurt wetenschappelijk onderbouwde adviezen goed over goedkeuringen van werkzame stoffen en EU-brede producttoelatingen. De Europese Commissie gebruikt deze adviezen vervolgens bij de beslissing om het gebruik van de biociden toe te laten of de werkzame stoffen goed te keuren.

 

Onderzoek naar veiligere alternatieven voor bloedstollingsremmende rodenticiden

Antistollingsmiddel – of anti-vitamine K (AVK) – rodenticiden werken om knaagdieren onder controle te houden door de activering van vitamine K te verstoren. Vitamine K is cruciaal voor de bloedstolling. Wanneer knaagdieren zoals ratten en muizen worden blootgesteld, sterven ze door inwendige bloedingen.

 

Zoektocht naar alternatieve middelen

Bloedstollingsremmende rodenticiden bevatten werkzame stoffen die bijzonder zorgwekkend zijn voor mens, dier en milieu. Ze komen dan ook in aanmerking voor vervanging in het kader van de Biocidenverordening (BPR). Voordat het gebruik ervan kan worden toegelaten, moet dus een vergelijkende beoordeling worden gemaakt. Om te weten of er andere, voldoende effectieve producten of niet-chemische bestrijdingsmethoden beschikbaar zijn die de risico’s voor mens, dier en milieu verlagen.

 

Advies in november 2022 afgerond

In mei 2021 vroeg de Europese Commissie ECHA om een ​​vergelijkende beoordeling uit te voeren voorafgaand aan de verlenging van alle AVK-rodenticiden in de EU. Het Biocidencomité (BPC) van ECHA heeft zijn advies in november 2022 afgerond.

 

Chemische alternatieven blijken niet veiliger

Voor de vergelijkende beoordeling zijn zowel chemische als niet-chemische alternatieven geanalyseerd. Alfa-chloralose en cholecalciferol werden aanvankelijk beschouwd als mogelijke chemische alternatieven voor professionele gebruikers om muizenplagen binnenshuis te bestrijden. Maar alfa-chloralose is in verband gebracht met gevallen van huisdiervergiftiging, kan persistent en giftig zijn en mogelijk aan de vervangingscriteria voldoen. Cholecalciferol is een hormoonontregelaar. Bovendien zijn voor beide chemische alternatieven hoge risico’s voor primaire en secundaire vergiftiging van huisdieren of wilde dieren geconcludeerd. De commissie kon daarom niet concluderen of deze middelen veiliger zijn voor mens, dier en milieu dan bloedstollingsremmende rodenticiden.

 

In ieder geval een type knaagdierval effectief

Voor niet-chemische alternatieven identificeert de BPC knaagdiervallen als een geschikt alternatief voor de bestrijding van muizen binnenshuis. Dit advies is gebaseerd op een test uitgevoerd in een boerderij met één type knaagdierval. De test werd uitgevoerd volgens de bestaande EU-richtlijnen en toonde aan dat de knaagdierenval effectief was.
Toch kon er nog geen conclusie worden getrokken of knaagdierenvallen effectieve alternatieven zijn voor permanent lokmiddel. Voornamelijk vanwege de beperkte informatie die beschikbaar was op het moment van de opinievorming.

 

Permanent lokken?

Permanent lokken is een preventieve methode die wordt gebruikt om plagen te voorkomen. Het gebruik van bloedstollingsremmende rodenticiden bij permanent lokken is controversieel, aangezien wordt vermoed dat het knaagdieren resistent maakt tegen deze chemicaliën en vergiftiging veroorzaakt van roofdieren zoals roofvogels. Het gebruik van chemische alternatieven wordt op dezelfde manier besproken, waarbij voor alfa-chloralose en cholecalciferol een vergelijkbare conclusie werd getrokken als hierboven beschreven. Kooldioxide wordt beschouwd als een veiliger alternatief dan bloedstollingsremmende rodenticiden.

 

Advies BPC begin februari2023 naar de EC

Het advies van de BPC zal begin februari 2023 naar de Europese Commissie worden gestuurd. Het uiteindelijke besluit van de Commissie zal de lidstaten ondersteunen bij het ontvangen van aanvragen voor producttoelatingen voor bloedstollingsremmende rodenticiden.

 

De impact van biociden op bestuivers

De Europese Commissie heeft ECHA verzocht een document met richtsnoeren op te stellen voor het beoordelen van de risico’s voor geleedpotige bestuivers (waaronder bijen) wanneer zij worden blootgesteld aan biociden. Deze richtsnoeren zullen bijdragen tot een hoog niveau en geharmoniseerde bescherming van het milieu en bestuivers. Het zal ook de nationale autoriteiten ondersteunen bij het beoordelen van de vraag of de biociden die op de nationale markt worden gebracht, voldoen aan de Biocidenverordening (BPR) betreffende bijen.

 

Ontwikkeling van de leidraad

De leidraad wordt ontwikkeld op basis van reeds beschikbare informatie en informatie die is verzameld tijdens de raadpleging die in mei-juni 2020 is georganiseerd. Het werk van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) op het gebied van gewasbeschermingsmiddelen en bestuivers is een belangrijke bron van informatie, ook al zijn er verschillen tussen gewasbeschermingsmiddelen en biociden.

 

Samenvatting van de feedback op raadpleging

ECHA heeft de voorlopige overwegingen met een samenvatting van de feedback op de raadpleging in december 2020 gepubliceerd. Het eerste ontwerp van het richtsnoer zal naar verwachting in het eerste kwartaal van 2023 gereed zijn. Dit zal worden gevolgd door een raadpleging van belanghebbenden.

 

Rapport andere bestuivers dan bijen

Terwijl bijen wereldwijd goed gedocumenteerd zijn als effectieve bestuivers, zijn de bijdragen van andere bestuivers minder onderzocht. Niet-bijen bestuivers omvatten vliegen, kevers, motten, vlinders, wespen, mieren, vogels en vleermuizen. In september 2022 publiceerde ECHA een wetenschappelijk rapport over de rol van niet-bijenbestuivers bij bestuiving, met de nadruk op hun biodiversiteit, ecologie en gevoeligheid voor biociden. Het doel van dit rapport is om toekomstig onderzoek naar de effecten van biociden op deze bestuivers te ondersteunen.

 

Beperking van het gebruik van creosoot als houtverduurzamingsmiddel

Het gebruik van creosoot als werkzame stof in de EU is alleen toegestaan ​​als houtverduurzamingsmiddel voor twee toepassingen: elektriciteitsmasten voor zowel elektriciteit als telecommunicatie en voor spoorbielzen. De Europese Commissie nam dit besluit in oktober 2022, op basis van het advies van het Biocidal Products Committee (BPC) van ECHA over de verlengingsaanvraag voor deze werkzame stof.

 

Wat is creosoot?

Creosoot is een mengsel dat honderden verschillende stoffen bevat, waaronder bi- en polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s), fenolen en heterocyclische zuurstof-, zwavel- en stikstofhoudende stoffen. Veel van de stoffen in creosoot zijn schadelijk voor onze gezondheid of het milieu.

 

Slechts toegestaan in twee specifieke toepassingen

Volgens de Classificatie, Etikettering en Verpakking (CLP)-verordening wordt creosoot geclassificeerd als een kankerverwekkende stof in categorie 1B. Dat betekent dat het kanker kan veroorzaken. Het voldoet ook aan de criteria om een ​​persistente, bioaccumulerende en toxische (PBT) en een zeer persistente en zeer bioaccumulerende (vPvB) stof te zijn. Vanwege deze zorgen voldoet creosoot aan de uitsluitingscriteria van de Biocidenverordening (BPR). Het betekent dat het gebruik ervan in principe niet is toegestaan ​​op de EU-markt. Aangezien er momenteel in sommige lidstaten echter geen geschikte alternatieven beschikbaar zijn, heeft de Commissie voor deze twee specifieke toepassingen van creosoot de verlenging voor maximaal zeven jaar toegestaan.

 

Verregaande beperkingen

De EU-landen kunnen besluiten of ze toestaan ​​dat met creosoot behandeld hout in de handel wordt gebracht Met betrekking de twee afwijkende toepassingen en kunnen dergelijke producten dienovereenkomstig toelaten. Op 31 januari 2023 heeft het Agentschap een lijst gepubliceerd van de lidstaten waar mogelijk voor het eerst nog met creosoot behandelde spoorbielzen en elektriciteitsmasten op de markt komen. De beschikbare informatie op deze lijst is rechtstreeks afkomstig van de lidstaten. Vanaf 30 april 2023 is het op de markt brengen van deze spoorbielzen en elektriciteitsmasten alleen toegestaan ​​in de lidstaten die op de website van ECHA staan ​​vermeld.

 

Nieuw beperkingsvoorstel

Creosoot en aan creosoot verwante stoffen vallen ook onder de REACH-verordening (item 31 van bijlage XVII). In oktober 2022 heeft Frankrijk een nieuw voorstel ingediend om deze beperking te wijzigen. Dit nieuwe voorstel heeft tot doel de gezondheids- en milieurisico’s in verband met hergebruik en secundair gebruik van met creosoot behandeld hout te verminderen. Het wordt noodzakelijk geacht omdat de huidige beperking in de EU-lidstaten verschillend wordt geïnterpreteerd of toegepast. Dit kan er op wijzen dat de bestaande regelgevende beheersmaatregelen niet voldoende zijn om de risico’s te beheersen. Daarnaast sluit de bestaande beperking niet aan bij de nieuwe bepalingen onder de BPR. De BPR dekt ook geen leveringen van het behandelde hout nadat het voor het eerst in een lidstaat op de markt is gebracht.

 

Antifouling – gebruik van cybutryne is wereldwijd verboden

Schepen worden vaak behandeld met aangroeiwerende verven, die helpen voorkomen dat algen en weekdieren zich aan de romp hechten. Romp van commerciële zeeschepen wordt daarbij behandeld door professionele gebruikers, kleine pleziervaartuigen door hun eigenaars.

 

Gebruik cybutrine op EU markt niet toegestaan

In het advies van het Biocidencomité (BPC) over cybutryne uit 2015 werd geconcludeerd dat de werkzame stof persistent en toxisch voor het milieu is. Dit toxiciteitsprofiel maakte het ook tot een punt van zorg onder de Kaderrichtlijn Water van de EU. Naar aanleiding van dit advies heeft de Europese Commissie in 2016 besloten om het gebruik van cybutryne op de EU-markt niet toe te staan. Dit besluit zou er echter niet voor zorgen dat met cybutryne behandelde schepen de Europese wateren niet binnen zouden komen.

 

Vanaf januari 2023 is de stof wereldwijd verboden

Om het wereldwijde probleem aan te pakken, moest cybutryne worden toegevoegd aan Annex I van het International Convention on the Control of Harmful Anti-fouling Systems on Ships (AFS) van de Verenigde Naties. Als Europese actie heeft een team van deskundigen van de Commissie, ECHA en het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA) hun zorgen over cybutryne kenbaar gemaakt aan de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) van de Verenigde Naties. Sinds januari 2023 is het gebruik van cybutryne als aangroeiwerende stof wereldwijd verboden.

 

Gerelateerd

Bron: ECHA
Lees ook: ECHA voegt 9 chemische stoffen toe aan REACH SVHC-lijst

Voorbehoud
Deze informatie is met de grootst mogelijke zorg samengesteld, in sommige gevallen uit verschillende informatiebronnen. (Interpretatie)fouten zijn niet uitgesloten. Er kan dus geen enkele wettelijke verplichting aan deze tekst worden ontleent. Iedereen die met dit onderwerp te maken krijgt, heeft zelf de verantwoordelijkheid om zich in de materie te verdiepen!