Doel van de ECHA
Volgens ECHA zelf zet het agentschap zich in voor een veilig gebruik van chemicaliën en implementeert het baanbrekende EU-wetgeving inzake chemicaliën. Alemaal inspanningen die de menselijke gezondheid, het milieu, innovatie en concurrentievermogen in Europa ten goede komen.
Strengste beperkingen sinds 2007
In dit kader heeft het agentschap voorgenomen strikte regels voor het gebruik van microplastics voor te stellen, als onderdeel van EU-regelgeving over dit onderwerp. Een initiatief van januari 2019 moet resulteren in de strengste beperkingen voor de producten sinds 2007. Hierin wil ECHA er zelfs bepaalde soorten van deze deeltjes verbieden!
Wat zijn microplastics?
Microplastics zijn plastic deeltjes die grotendeels onzichtbaar zijn voor het menselijk oog, maar die zich in grote hoeveelheden kunnen ophopen en ernstige milieuschade kunnen veroorzaken. Er zijn twee soorten. De eerste soort zijn de restanten van bestaande objecten die bij normaal gebruik worden afgestoten. Volgens een rapport uit 2017 zijn de belangrijkste bronnen van microplastic-emissies in het wereldwijde water afkomstig van autobanden (94.000 ton per jaar), residu verloren tijdens het maken van plastic (41.000 ton) en wegmarkeringen (15.000 ton). Ook kunnen microplastics worden geproduceerd tijdens de afbraak van grotere plastic afvalartikelen en door het wassen van synthetische materialen. In totaal belandt in Europa jaarlijks meer dan 176.000 ton van dit soort microplastics in de natuur, stelt het ECHA.
Opzettelijk toegevoegde microplastics
De tweede soort microplastics wordt volgens het ECHA ‘opzettelijk’ aan producten toegevoegd. De bekendste voorbeelden hiervan zijn ‘microbeads’ die worden toegevoegd aan ‘face wash’ of ‘exfoliator crèmes’; maar ze zijn ook te vinden in geurstoffen, verf, inkt, wasmiddelen, bouwmaterialen, kunstgras, kunstmest en zelfs medicijnen.
Beide soorten kunnen zowel ernstige als langdurige problemen veroorzaken voor de menselijke gezondheid en het milieu.
Micro, nano – wat telt?
In een rapport van januari 2019 zei ECHA: ‘Het is vandaag niet mogelijk om met redelijke zekerheid te concluderen dat er momenteel geen negatieve effecten optreden in het milieu, of niet zullen optreden in de toekomst.’ Het bureau schat dat een verbod de uitstoot van microplastic in 20 jaar met ongeveer 500.000 ton vermindert. Daarom tracht ECHA om producten te verbieden die momenteel worden gedefinieerd als ‘micro’ of ‘nano’, aangezien ze in geen enkele hoeveelheid als ‘veilig’ worden beschouwd en in de loop van de tijd permanent worden opgebouwd. Maar deze definitie wordt betwist. Een belangrijk deel van het debat gaat over de vraag wat wel en wat niet ‘micro’ genoemd kan worden – en wat precies de afmetingen van de deeltjes zijn volgens deze definitie. Daarbij gaat het om millimeters en soms zelfs nanometers.
ECHA definieerde oorspronkelijk “micro” als deeltjes van 0,000 001 millimeter (mm) – één nanometer of nm – en vijf millimeter, of 3 nm – 15 mm voor vezels.
Bezwaren van de industrie
Tijdens openbare raadplegingen over de kwestie – die op 1 september werden afgerond – werden meer dan 477 bijdragen en bezwaren geregistreerd. Voornamelijk van de chemische, plastic- en cosmetica-industrie. Lobbygroep uit de kunststofsector PlasticsEurope zei: ‘De industrie kan dit niet ondersteunen. Het wetenschappelijke bewijs dat wordt geleverd om de voorgestelde principes te rechtvaardigen, voldoet niet aan de normen die vereist zijn voor de toepassing van deze voorzorgsmaatregelen.’ Evenzo zei de Europese Raad voor de Chemische Industrie (ECIC) dat de voorstellen van ECHA ‘de verordeningen niet respecteren, de doelstellingen voor de bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu niet bereiken en daarom niet door de industrie kunnen worden ondersteund’.
NGO’s bekritiseren ECHA vanwege het ‘verwaterde’ voorstel
Terwijl lobbygroepen voor de industrie het voorgestelde verbod betwisten, hebben sommige NGO’s ECHA juist bekritiseerd omdat het niet ver genoeg gaat en omdat het lobbygroepen heeft ’toegestaan’de oorspronkelijke voorwaarden te laten verwateren. Het Europees Milieubureau (EEB) zei dat na een update van ECHA dat de definitie van de grootte van een ‘microplastic’ deeltje met 100 is toegenomen. Dit zou ‘de industrie in staat stellen om nanodeeltjes te blijven gebruiken of toestaan die giftiger zijn en gemakkelijker door levende cellen worden opgenomen’, aldus de EEB.
Verdere bezwaren EEB
EEB zei ook dat de voorstellen andere problemen hadden. Zoals zeer lange doorlooptijden voor bedrijven om hun ‘recepten’ te wijzigen ter vermijding van het gebruik van microplastics in bijvoorbeeld parfums of pesticiden. Volgens de huidige voorstellen zouden fabrikanten drie jaar de tijd hebben om hun ingrediënten te presenteren en acht jaar om een biologisch afbreekbaar alternatief te ontwikkelen. Volgens de EEB moet deze doorlooptijd veel korter zijn en het verwerpt de nieuwe definitie van ‘micro’ en ‘nano’.
Reactie van ECHA
ECHA ontkende in een brief aan de krant Le Monde niet dat de definitie van ‘micro’ inderdaad was veranderd onder invloed van lobbyen van branchegroepen, maar het zei dat het deze alleen had gewijzigd zodat ‘alle mogelijke beperkingen kunnen worden toegepast’. Sommigen gebruiken microplastics die minder dan 100 nm meten, maar ze zijn zeldzaam.’ Het agentschap voegde eraan toe dat zijn analytische commissie had aanbevolen dat deze ondergrens hoe dan ook slechts ’tijdelijk’ zou zijn. Het ontkende dat de voorgestelde wetgeving was afgezwakt, en zei dat de voorstellen tot de ‘meest ambitieuze’ ter wereld behoren, en “zijn bijgewerkt … op basis van solide argumenten en bewijzen van diverse belanghebbenden.’
‘Deze wijzigingen zijn aangebracht om ons voorstel realistischer te maken, de kosten voor de samenleving te minimaliseren en ervoor te zorgen dat het efficiënt kan worden toegepast. Zonder de vermindering van de uitstoot te vertragen.
Oplossing over twee jaar?
Deskundigen in de industrie schatten dat hulpmiddelen die nanometers op oneindig kleine niveaus kunnen meten binnen twee jaar beschikbaar kunnen zijn. Professor Martin Wagner, bioloog aan de Noorse Universiteit voor Wetenschap en Technologie in Trondheim vertelde Le Monde: ‘Over twee jaar hebben we misschien een goed instrument, dat ons in staat stelt te analyseren wat vandaag de dag niet gemeten kan worden.’ Hij voegde eraan toe: ‘De kwestie van de grootte is zeer willekeurig.’ Voor microplatics stelde hij onlangs een grootte van 1 tot 1.000 micrometer voor en 1 tot 1.000 nm voor nog kleinere kunststoffen, de nanoplastics. Maar er is op dit moment geen wetenschappelijke consensus over. Wagner: ‘De transparantie van de fabrikanten over de materialen die ze gebruiken is cruciaal. Als we niet weten welke materialen ze gebruiken, dan is het voor ons onmogelijk om ze in het milieu te meten.’
Het ECHA publiceert eind dit jaar de definitieve versie van zijn voorstellen.
‘Onzinnige’ en onmeetbare nanogrootte?
Ter verdediging van de ECHA-wijzigingen zei de ECIC: ‘De limiet onder een nanometer is fysiek onzinnig. Europese wetgeving moet toepasbaar zijn. Om de conformiteit van producten te controleren, moeten we het gehalte aan microplastics kunnen meten. Er zijn geen standaardanalysemethoden om stoffen op zulke lage niveaus te detecteren.’
Bron: The Connexion
Lees ook: Voorstel ECHA is ‘s werelds breedste beperking opzettelijk gebruik microplastics
Voorbehoud
Deze informatie is met de grootst mogelijke zorg samengesteld, in sommige gevallen uit verschillende informatiebronnen. (Interpretatie)fouten zijn niet uitgesloten. Er kan dus geen enkele wettelijke verplichting aan deze tekst worden ontleent. Iedereen die met dit onderwerp te maken krijgt, heeft zelf de verantwoordelijkheid om zich in de materie te verdiepen!
Recente reacties