Twijfels over de indeling en etikettering van titaniumdioxide (TiO2) volgens Verordening (EU) 2020/2017? Nieuwe HELP-GIDS gepubliceerd! – De indelings- en etiketteringsvereisten voor titaniumdioxide (TiO2) zijn in februari 2020 gewijzigd als gevolg van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/2017, die op 1 oktober 2021 van kracht wordt. Om bedrijven te helpen aan de nieuwe voorschriften te voldoen, heeft het Europees Agentschap voor chemische stoffen een nieuwe gids gepubliceerd over de indeling, etikettering en verpakking van TiO2.
BIJLAGE VI
De nieuwe door het ECHA gepubliceerde gids probeert duidelijk te maken hoe al deze veranderingen in de praktijk moeten worden gebracht. Hieronder lichten wij enkele van de meest relevante verduidelijkingen toe.
GIDS VOOR DE INDELING EN ETIKETTERING VAN TITAANDIOXIDE.
1. Indeling en etikettering van de STOF
Indeling als Carc. 2, H351 (inhalatie) is gekoppeld aan bepaalde poedervormen van de stof. Zij wordt daarom alleen in werking gesteld op basis van de specifieke deeltjesfractie die effectief verantwoordelijk is voor het gezondheidseffect.
In dit geval wordt het gehalte aan titaandioxidepoeder dat 1% of meer deeltjes met aërodynamische diameter ≤ 10 µm bevat, ingedeeld als H351.
2. Indeling en etikettering van de MIXTURES die titaandioxide bevatten
Net als de stof titaandioxide zelf, is de indeling van mengsels gekoppeld aan de poedervorm van het mengsel en moet worden gebaseerd op de fractie van deeltjes titaandioxide die effectief verantwoordelijk is voor het gezondheidseffect.
De toepassing leidt alleen tot indeling van mengsels in poedervorm indien:
- Het gehalte aan titaandioxide-deeltjes met een aërodynamische diameter ≤ 10 μm gelijk is aan of groter is dan 1% (m/m),
- Het gehalte aan titaandioxide, verwerkt in deeltjes met een aërodynamische diameter ≤ 10 μm, ten minste 1% (m/m) bedraagt.
Wanneer het niet mogelijk is voldoende informatie over de ingrediëntstoffen van een mengsel te identificeren, kan het nodig zijn de gegevens analytisch te verkrijgen, hetzij over de ingrediëntstoffen, hetzij over het mengsel.
3. Etikettering met EUH211 of EUH212
De etikettering van een mengsel overeenkomstig deel 2 van bijlage II bij de CLP-verordening is verplicht, zodat specifieke etiketteringsregels gelden voor vaste en vloeibare mengsels die titaandioxide bevatten.
- Etikettering van vaste mengsels:
Geclassificeerde mengsels: Mengsels in poedervorm die op grond van hun gehalte aan titaandioxide deeltjes in vrije vorm of verwerkt in deeltjes, moeten worden ingedeeld als Carc. 2, H351 (inademen) en moeten bovendien met het aanvullende etiketteringselement EUH212 worden gekenmerkt.
Niet geclassificeerde mengsels: Andere vaste mengsels moeten geëtiketteerd worden met het aanvullend etiketteringselement EUH212 als ze ten minste 1 % (m/m) titaandioxide bevatten. - Etikettering van vloeibaar mengsel:
Vloeibare mengsels die titaandioxide bevatten behoeven niet te worden ingedeeld als Carc. 2, H351 (inademen). Zij moeten echter worden geëtiketteerd met het aanvullende etiketteringselement EUH211 als zij ten minste 1 % (g/g) titaandioxide-deeltjes bevatten met een aërodynamische diameter van 10 μm of minder.
De gids bevat ook een vraag-en-antwoordrubriek met praktische vragen die voor uw bedrijf zeer actueel kunnen zijn als uw activiteit aan de nieuwe regelgeving is onderworpen.
Lees ook: Gebruik PFCA’s vanaf 23 februari 2023 wettelijk beperkt
Voorbehoud
Deze informatie is met de grootst mogelijke zorg samengesteld, in sommige gevallen uit verschillende informatiebronnen. (Interpretatie)fouten zijn niet uitgesloten. Er kan dus geen enkele wettelijke verplichting aan deze tekst worden ontleent. Iedereen die met dit onderwerp te maken krijgt, heeft zelf de verantwoordelijkheid om zich in de materie te verdiepen!
Trackbacks/Pingbacks