Britse fabrikanten waarschuwen voor teruggang bij aanpassing EU-regelgeving












Britse fabrikanten waarschuwen voor teruggang bij aanpassing EU-regelgeving

De retoriek van ’taking back control’ over de Britse regelgeving is bron van onrust in belangrijke sectoren!

* Opmerking: zie ook onderstaande inzet ‘Aanvulling’ onder dit artikel. Over de laatste doorbraken in de onderhandelingen.

Terwijl de Brexit-onderhandelingen deze week over het Engelse Kanaal en de Ierse Zee werden geïntensiveerd, drongen Britse industriegroepen er bij de regering aan voor sterkere garanties dat zij haar belofte nakomt van regelgevende aanpassing in een toekomstige handelsovereenkomst met de EU na Brexit .

 

Deal of geen deal!

Over een dergelijke deal moet op een bepaald moment worden onderhandeld. Ongeacht of de regering erin slaagt een tussentijdse terugtrekkingsovereenkomst met de EU overeen te komen én de steun van het Britse parlement krijgt, of dat het Verenigd Koninkrijk zonder overeenkomst vertrekt.

 

Onzekerheid door retoriek

De bezorgdheid van fabrikanten is de afgelopen weken toegenomen omdat overheidsfunctionarissen hebben geweigerd dergelijke garanties te geven. In plaats daarvan heeft de Britse retoriek de noodzaak benadrukt om een ​​’best in class trade deal’ met de EU te bereiken en ‘de controle over de regelgeving terug te brengen’ naar industriële bronnen in het Verenigd Koninkrijk.

 

Brief BBC

Afgelopen weekend onthulde de BBC dat het een brief had gezien die door de topmanagers van vijf brancheorganisaties was gestuurd aan senior ministers Michael Gove en Steve Barclay. Deze organisaties zijn:

  • de Chemical Industries Association (CIA);
  • de Society of Motor Manufacturers and Traders (SMMT);
  • de Association of British Pharmaceutical Industries (ABPI);
  • de Food and Drink Federation (FDF); en
  • de Aerospace, Defense, Security and Space Group (ADS).

 

Risico voor concurrentievermogen

Onder verwijzing naar de brief benadrukt BBC-journalist Andrew Marr dat ‘regelgevingsverschillen een ernstig risico vormen voor het concurrentievermogen van de productie en zullen leiden tot enorme nieuwe kosten en verstoring voor Britse bedrijven’. Verder vermeldt de brief dat het ‘ook een risico vormt voor consumenten en voedselveiligheid en vertrouwen.’

 

Nadruk op controle

Marr heeft deze bezorgdheid tijdens een live tv-programma op zondag overgebracht aan de minister van Binnenlandse Zaken Priti Patel. In reactie hierop zei ze dat de overheid met bedrijven zou blijven samenwerken om alle mogelijke gebeurtenissen te dekken, inclusief het een no-deal-Brexit wordt. Ze weerlegde niet dat het streven van de regering was om controle te hebben over regulering en belasting. En niet zozeer om handelsovereenkomsten te sluiten met de wereld en met de EU.

 

Verwijdering verwijzing ‘gelijk speelveld’

De belangrijkste onderhandelaar van de EU Michel Barnier bevestigde op 9 oktober in het Europees Parlement dat de Britse premier Boris Johnson ‘ons had gevraagd de verwijzing naar een gelijk speelveld in de bestaande politieke verklaring zoals overeengekomen met Theresa May, te verwijderen. Dit zijn een fundament van regels op het gebied van belastingen, staatssteun, sociale rechten, milieu- en consumentenrechten.’

 

Aanpassen EU-wetgeving

Stephen Elliott, De CEO van de Central Industries Association (CIA), merkte op dat de chemische industrie de afgelopen jaren consequent heeft gepleit voor aanpassing van het Verenigd Koninkrijkaan de EU-wetgeving inzake chemische stoffen en de besluitvorming van ECHA. Dit had er bijvoorbeeld toe geleid dat dergelijke behoeften werden benadrukt in een kerntoespraak van May in maart 2018.

 

Grensgebreken

Ondanks de samenwerking met bedrijven om zich voor te bereiden op de mogelijkheid om de EU zonder een deal te verlaten, betoogde Elliott opnieuw dat dit het slechtste scenario voor fabrikanten zou zijn. Met banenverlies, nieuwe tarieven, regelgevingsverschillen en het einde van wrijvingsloze handel met EU-landen tot gevolg. In een nieuw rapport schatte de National Audit Office vorige week dat haar ‘redelijk worst-case scenario’ momenteel is dat slechts 30-60% van de wegvervoerders over de nodige documentatie beschikken om de grens tussen Engeland en Frankrijk te kunnen oversteken vanaf 31 oktober. In dat rapport werd tevens opgemerkt dat: ‘Veel van de nieuwe regelingen die de regering aan de grens wil implementeren om doorstroming te vergemakkelijken slechts tijdelijk effect hebben. Het zal enige tijd duren voordat er een volledig functionerende grens is.’

 

Ook lucht- en ruimtevaartorganisatie bezorgd

Lucht- en ruimtevaartorganisatie ADS tegen Chemical Watch: ‘We hebben vandaag gezien dat de herziene politieke verklaring ongeveer dezelfde bewoording bevat als de oorspronkelijke politieke verklaring over toekomstige Britse samenwerking met het Europees Agentschap voor chemische stoffen. Dat waarderen wij. ‘We moeten nu echter de details en eventuele voorgestelde verschillen begrijpen in de aanpak van de overheid ten aanzien van aanpassing van de regelgeving op dit gebied en in de veiligheid van de luchtvaart. Dat is duidelijk een ander essentieel gebied voor onze leden. We zullen zorgvuldig kijken naar verdere verklaringen van de overheid rond deze kwestie.’

 

No-deal afspraken

In de tussentijd hebben de Britse autoriteiten hun inspanningen opgevoerd om bedrijven in het Verenigd Koninkrijk en de EU te informeren over no-deal afspraken, waaronder op de regelgevende top van Chemical Watch deze week in Brussel. De regering heeft gisteren een gezamenlijke afdelingswebcast gepresenteerd die kan worden afgespeeld.

Lees ook: ‘Informatie over UFI code










Aanvulling:

Op 17 oktober tweette de Europese voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker dat een akkoord over een nieuwe terugtrekkingsovereenkomst met een oplossing voor het aanpakken van de douane-status van Noord-Ierland en een nieuwe politieke verklaring was overeengekomen door de EU en de onderhandelaars van het Verenigd Koninkrijk.

 

Heropening politieke verklaring

Juncker zei dat het VK had gevraagd om de politieke verklaring te heropenen om deze aan te passen aan ‘het verschil in ambitieniveau dat de huidige regering van het Verenigd Koninkrijk nastreeft voor de toekomstige relatie van het land met de Europese Unie’. In een volgende persverklaring licht hij toe: ‘De belangrijkste wijziging in de politieke verklaring heeft betrekking op de toekomstige economische relatie tussen het VK en de EU. Daarbij heeft de huidige Britse regering gekozen voor een model op basis van een vrijhandelsovereenkomst. Hierin wordt voorzien in een ambitieuze vrijhandelsovereenkomst met nul tarieven en quota tussen de EU en het VK. Het verklaart dat robuuste verbintenissen op een gelijk speelveld moeten zorgen voor open en eerlijke concurrentie. De precieze aard van de verbintenissen zal evenredig zijn met de ambitie van de toekomstige relatie en rekening houden met de economische verbondenheid en geografische nabijheid van het VK.’

 

Wachten op goedkeuring parlementen

De documenten worden tijdens een speciale zitting op zaterdag 19 oktober aan het Britse parlement wvoorgelegd. Hun goedkeuring hangt in evenwicht met de Democratische Unionistische Partij van Noord-Ierse parlementsleden die vroeg in de ochtend op de 17-e zei dat het de deal niet kon ondersteunen zoals die toen was. De Europese Raad moet beide documenten goedkeuren en voordat het terugtrekkingsakkoord in werking kan treden, moet het door de Europese Raad worden geratificeerd met instemming van het Europees Parlement.
De gewijzigde terugtrekkingsovereenkomst omvat in wezen een gedetailleerd protocol en technische aanpassingen aan de artikelen 184 en 185 om nieuwe handelsregelingen voor Noord-Ierland te definiëren.

 

Zoek de verschillen

In de nieuwe politieke verklaring is de tekst (hieronder geknipt en geplakt) die specifiek betrekking heeft op ambities op het gebied van gelijke concurrentievoorwaarden anders dan in de eerdere overeenkomst. Een van de belangrijkste wijzigingen is het weglaten van elke verwijzing naar de gedetailleerde ‘level playing field’ regelingen die zijn beschreven in de terugtrekkingsovereenkomst. Dit kan belangrijk zijn omdat bijlage 4 van de overeenkomst specifiek een clausule bevat over de “niet-achteruitgang van het niveau van milieubescherming” en een verbintenis om onder andere de principes van voorzorg en de vervuiler betaalt te respecteren.

 

Eerdere clausule niet gewijzigd

Een eerdere clausule in de politieke verklaring betreffende de regelgevingsaspecten van economisch partnerschap is echter niet gewijzigd. Het omvat toezeggingen om de WTO-normen inzake technische handelsbelemmeringen (TBT) en sanitaire en fytosanitaire (SPS) maatregelen op te bouwen en te overtreffen. De clausule neemt ook nota van de wens van zowel de EU als het VK om de mogelijkheid van samenwerking met een aantal EU-agentschappen, waaronder ECHA, te onderzoeken.

 

Oorspronkelijke en gewijzigde tekst van ‘level playing field’:

 

Overeenkomst november 2018:

XIV. Gelijk speelveld voor open en eerlijke concurrentie

De toekomstige relatie moet zorgen voor open en eerlijke concurrentie. Bepaling om dit te waarborgen moet betrekking hebben op staatssteun, mededinging, sociale en werkgelegenheidsnormen, milieunormen, klimaatverandering en relevante belastingaangelegenheden, voortbouwend op de in het terugtrekkingsakkoord vastgestelde gelijke voorwaarden en evenredig met de algemene economische relatie. De partijen moeten de precieze aard van de verbintenissen op relevante gebieden in overweging nemen, rekening houdend met de reikwijdte en diepgang van de toekomstige relatie. Deze verbintenissen moeten passende en relevante Unienormen en internationale normen, adequate mechanismen om een ​​effectieve binnenlandse implementatie te waarborgen, handhaving en geschillenbeslechting als onderdeel van de toekomstige relatie combineren.

 

Overeenkomst van oktober 2019:

XIV. Gelijk speelveld voor open en eerlijke concurrentie

Gezien de geografische nabijheid en de economische onderlinge afhankelijkheid van de Unie en het Verenigd Koninkrijk, moet de toekomstige relatie zorgen voor open en eerlijke concurrentie, met krachtige verbintenissen om voor een gelijk speelveld te zorgen. De precieze aard van de verbintenissen moet in verhouding staan ​​tot de reikwijdte en diepgang van de toekomstige relatie en de economische verbondenheid van de partijen. Deze verbintenissen moeten handelsverstoringen en oneerlijke concurrentievoordelen voorkomen. Daartoe moeten de partijen de gemeenschappelijke hoge normen handhaven die van toepassing zijn in de Unie en het Verenigd Koninkrijk aan het einde van de overgangsperiode op het gebied van staatssteun, mededinging, sociale en werkgelegenheidsnormen, milieu, klimaatverandering en relevante belastingaangelegenheden. . De partijen moeten met name een robuust en alomvattend kader handhaven voor concurrentie en controle op staatssteun dat onnodige verstoring van handel en concurrentie voorkomt; zich houden aan de beginselen van goed bestuur op het gebied van belastingheffing en het beperken van schadelijke belastingpraktijken; en handhaaf milieu-, sociale en werkgelegenheidsnormen op het huidige hoge niveau dat wordt geboden door de bestaande gemeenschappelijke normen. Daarbij moeten zij vertrouwen op passende en relevante Unienormen en internationale normen, en passende mechanismen omvatten om een ​​doeltreffende binnenlandse implementatie, handhaving en geschillenbeslechting te waarborgen. De toekomstige relatie moet ook de naleving en effectieve implementatie van relevante internationaal overeengekomen beginselen en regels op deze gebieden bevorderen, met inbegrip van de Overeenkomst van Parijs.

Bron: Chemical Watch

Lees ook: Informatie over UFI code