Omdat Reach verder gaat dan registratie, ontbreken er gegevens
 

Omdat Reach verder gaat dan registratie, ontbreken er gegevens

 

Handhaving van de veeleisende regels van de Europese chemische wetgeving houdt toezichthouders en bedrijven scherp

Omdat Reach verder gaat dan registratie, ontbreken er gegevensTwee jaar geleden slaakte de chemische industrie een zucht van verlichting. 2018 markeerde het einde van de hectische race om alle chemicaliën die geproduceerd en geïmporteerd zijn in de EU en de Europese Economische Ruimte (EER) te registreren onder ’s werelds meest uitgebreide wet in zijn soort, de Reach-regelgeving (registratie, evaluatie, autorisatie en beperking van chemicaliën).

Het was een gigantische taak: bedrijven verzamelden gezondheids- en milieugegevens van meer dan 21.500 chemicaliën en dienden deze in bij de European Chemicals Agency (ECHA) voor opslag in ’s werelds grootste, open stoffendatabase.

 

Wetgeving is zo goed als de uitvoering ervan

Maar terwijl de industrie weer op adem kwam door het ‘R’ -controlepunt te passeren, ging Europa naar de ‘E’ van Reach. Een fase die duidelijk maakt dat zelfs de meest ambitieuze chemische wetgeving ter wereld maar zo goed is als de uitvoering ervan.

 

Slechts eenderde van stofdossiers voldoet aan wet

Problemen met de kwaliteit van ingediende registratiegegevens zijn onmogelijk te negeren. Een studie uit 2018 van het Duitse Federale Instituut voor Risicobeoordeling (BfArM) en het Duitse Milieuagentschap (UBA) concludeerde dat van de 3800 stofdossiers die ECHA ontving voor chemicaliën geproduceerd met meer dan 1000 ton per jaar, slechts een derde aan de wet voldeed. ECHA ontdekte dat belangrijke informatie ontbrak in bijna 75% van de Reach-registratiedossiers die het in 2018 controleerde op naleving. De op 26 februari vrijgegeven evaluatiestatistieken van het bureau toonden aan dat het om meer informatie moest vragen over 81% van de dossiers die vorig jaar waren gecontroleerd.

 

Je kunt het aantal inspecties met 10 of 20 keer verhogen, maar als handhavingsinstanties niet over de juiste instrumenten beschikken … is beperking in wezen nutteloos.

 

De Reach-machine van start

ECHA ziet deze resultaten niet als teken van falen van de industrie, maar als een van de verkeerde verwachtingen: ‘Toen we met Reach begonnen, voorspelden we dat de industrie beter in de pas liep dan ze werkelijk deden. Maar dergelijke voorspellingen zijn moeilijk en hebben heel weinig wetenschappelijke waarde ‘, zegt ECHA-directeur Bjorn Hansen.
Hij is van mening dat de meeste bedrijven hun registratiedossiers te goeder trouw hebben ingediend. Dat velen niet goed genoeg bleken te zijn, maakt deel uit van de ‘natuurlijke leercurve’ waar Reach voor is gebouwd. Hansen: ‘Het is alsvolgt verlopen: de industrie doet haar best, ECHA vertelt de industrie wat het niet goed genoeg heeft gedaan en de Reach-machine start. ‘

 

De beste regels in combinatie met de slechtste handhaving

Kort nadat UBA en BfArM hun studie hadden vrijgegeven, verhoogden niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) de druk op de Europese Commissie en ECHA om actie te ondernemen. Zwakke handhaving van Reach, zei het Milieubureau (EEB) in een reactie op de Duitse krant. Het laat de chemische industrie de wet overtreden en ermee wegkomen. ‘We hebben de beste regels ter wereld, met enkele van de slechtste handhavingen ter wereld’, meldde ngo bestraffend richting Reach.

 

Goede voornemens

De toezichthouders reageerden in juni 2019 met een plan om de controle te intensiveren. ECHA zal tegen eind 2023 alle Reach-dossiers screenen op chemicaliën die zijn geregistreerd bij meer dan 100 ton per jaar. Tegen 2027 zal de dienst de stoffen hebben gescreend in de band van 1-100 ton per jaar. De screening bepaalt of een chemische stof potentieel gevaarlijk  is voor de menselijke gezondheid of het milieu en kan leiden tot regelgevende maatregelen, zoals beperkingen op het gebruik ervan. De dossiers met hiaten in de gegevens worden onderworpen aan een nalevingscontrole, waarbij ECHA controleert of de ingediende informatie in overeenstemming is met de Reach-regels.

 

Proactief Reach-mechanisme

‘Dit betekent dat we verwachten dat we de komende acht jaar bij 30% van alle geregistreerde stoffen gaan controleren’, aldus Hansen. Toen Reach werd aangenomen, hoefde ECHA slechts 5% van de dossiers in elk van de hoeveelheidsklassen te controleren.
Tegelijkertijd voert de chemische industrie haar inspanningen op om de registratiedossiers te verbeteren voordat ECHA kan vaststellen dat er iets mis mee is. Drie grote handelsverenigingen – de European Chemical Industry Council (Cefic), de Europese vereniging van non-ferrometalen (Eurometaux) en de oliehandel, Concawe – werken samen met ECHA om bedrijven ertoe aan te zetten hun dossiers te controleren en vrijwillig testvoorstellen in te dienen. Dit zogenaamde proactieve Reach-mechanisme waarmee bedrijven hun intentie tonen om extra gegevens voor hun dossiers te produceren  is sneller en minder belastend dan dat ze eerst worden ‘uitgescholden’ door ECHA, aldus Hansen.

 

Een goed Reach-dossier moet de eretitel van elk bedrijf zijn

 

Doelstellingen

Voor de industrie is het een substantiële taak: tot nu toe hebben 170 van de leden van Cefic ermee ingestemd om hun registratiedocumenten systematisch te herzien, zegt de handelsorganisatie. Samen houden ze duizenden dossiers bij. Ongeveer 60-70% van alle stoffen die in hoeveelheden van meer dan 100 ton per jaar worden gemaakt en dossiers van bijna 75% van de stoffen die boven de 1000 ton per jaar worden geproduceerd, worden herzien en indien nodig verbeterd, legt Cefic’s uitvoerend directeur van productbeheer Sylvie Lemoine uit.
En die inspanning is nodig, zegt Lemoine. Oudere dossiers moeten mogelijk worden bijgewerkt om te zien hoe wetenschappelijke kennis de afgelopen tien jaar is geëvolueerd. En het is ‘onze verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat gegevens in Reach-dossiers van de hoogste kwaliteit zijn’. ‘Een goed Reach-dossier zou de eretitel van elk bedrijf moeten zijn.’ Cefic werkt ook samen met ECHA om volgens het principe van best practice proefdiervrije teststrategieën te ontwikkelen. Dit is bedoeld om dierproeven tot een minimum te beperken en bedrijven te helpen begrijpen wat voor soort gegevens het bureau verwacht te zien in een goed dossier.

 

De metaalindustrie

De metaalindustrie wil een voorsprong nemen op het gebied van dossierverbetering omdat het structuur geeft aan het proces. Aldus directeur chemie van Eurometaux Violaine Verougstraete. Volgens haar is het moeilijk om de constant evoluerende gegevens over veel bestudeerde metalen – zoals kobalt en nikkel – bij te houden: ‘Het is een enorme last om deze dossiers voortdurend bij te werken. Voor metalen zoals koper komen er elke dag publicaties uit. Maar belangrijker nog: ECHA heeft de deal verzacht door nieuwe communicatiekanalen te openen. Als tegenprestatie voor de metaalbedrijven die hun dossiers proactief verbeteren, nodigt het bureau discussies uit over andere kwesties die de industrie bezighoudt met betrekking tot de implementatie van Reach. Het was dit aspect dat de meeste bedrijven overtuigde om mee te werken, zegt Verougstraete.

 

Felle kritiek van de industrie

De industrie kan een felle criticus zijn van de manier waarop Reach wordt geïmplementeerd. Zonder de juiste handhaving van de wettelijke bepalingen krijgt de chemische industrie  geen volledig functionerende interne markt met een gelijk speelveld. En dat terwijl de industrie ongeveer € 10 miljard (£ 9 miljard) aan het registratieproces heeft uitgegeven
Een deel van de kritiek is gericht op de handhavingsinstanties van de afzonderlijke lidstaten. Wiens rol het is om kwaaddoeners te straffen. Of dat nu is door beslissingen van de ECHA om niet-conforme dossiers af te dwingen of door controles aan hun grenzen uit te voeren. Voorwaard een complexe taak, daar niet van. Maar uit de laatste Reach-evaluatie van de Commissie bleek dat de lidstaten inconsistent en ongelijk zijn in hun handhavingsinspanningen. Veel lidstaten hebben niet eens de capaciteit hebben om diepgaande inspecties en markttoezicht uit te voeren.

 

Illegale stoffen

Dit laatste komt tot uiting in een gebrekkige handhaving aan de grenzen. Een groot probleem, zo blijkt uit cijfers die Cefic in februari heeft vrijgegeven. De handelsorganisatie heeft de niet-conforme Reach-chemicaliën in consumentenproducten geanalyseerd die vorig jaar aan het EU-systeem voor snelle waarschuwingen voor gevaarlijke non-foodproducten (Rapex) zijn gemeld. Het bleek dat 92% afkomstig was van buiten de EER. Cefic onderzocht ook de meldingen over individuele chemicaliën aan Rapex. Vorig jaar hebben de EU / EER-lidstaten en de Europese Commissie 1468 illegale stoffen aan het systeem gemeld.

 

Hoe organiseer je handhaving?

Cefic’s Lemoine van Cefic ziet de positieve kant van deze resultaten. ‘Het feit dat veel gevallen van niet-naleving zijn geregistreerd in Rapex, suggereert dat de handhaving van Reach serieus wordt genomen door de autoriteiten’, zegt ze. ‘Het kan en moet echter worden verbeterd.’
Voor Lemoine is de manier om het probleem aan te pakken ‘meer middelen inzetten voor handhaving’ en ‘de autoriteiten van de lidstaten te helpen met de complexiteit van Reach’. ‘Je kunt het aantal inspecties met tien of twintig keer verhogen, maar als handhavingsinstanties niet over de juiste instrumenten en methoden beschikken om de naleving te controleren – zoals een analytische methode om het niveau van een beperkte stof in een complex object te meten – een bereikbeperking is in wezen nutteloos.’.

 

Hulp van ECHA

Enige hulp komt van het handhavingsforum van ECHA. In de vorm van een lidstatennetwerk van handhavingsinstanties dat op geharmoniseerde wijze projecten inzake chemische wetgeving uitvoert. Het forum voert momenteel een proefproject uit over gevaarlijke chemicaliën in geïmporteerde producten. Medio 2020 moet een rapport zijn.

 

Meer dan de helft van de geïnspecteerde bedrijven was niet op de hoogte van hun verplichtingen. Meer handhaving zou leiden tot een groter bewustzijn

 

Autorisatie zonder wettelijke naleving

Het volgende project van het forum zal proberen vast te stellen welke zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) of chemicaliën waarvoor naar verwachting individuele autorisatie vereist is onder Reach op de Europese markt circuleren zonder een geldige Reach-autorisatie.
Autorisatie is namelijk een ander aspect van Reach dat tot nu toe tot weinig naleving van de wet heeft geleid. De Zweedse handhavingsinstantie Kemi testte vorig jaar 324 artikelen – waaronder speelgoed, kleding, elektronica en sportuitrusting – op de aanwezigheid van ZZS. 43 bevatten ZZS boven de meldingslimiet van 0,1%. Ze omvatten chemicaliën zoals gechloreerde paraffines met een korte keten, cadmium, bis (2-ethylhexyl) ftalaat-weekmaker en boor.
Nog dringender was dat geen van de leveranciers van de 324 artikelen hun ontvangers goed informeerde over de gevaarlijke chemicaliën in de producten. Een wettelijke vereiste! Leveranciers zijn ook verplicht om dezelfde informatie binnen 45 dagen na ontvangst van een verzoek kosteloos aan consumenten te verstrekken.

 

Probleem bevestigd

Kort nadat Kemi deze resultaten had gepubliceerd, bevestigde een Echa-project met 15 lidstaten het probleem. Inspecteurs keken naar 682 artikelen geleverd door 405 bedrijven en vonden ZZS in 12% van de goederen. In 89% van de artikelen voldeden de leveranciers niet aan hun communicatieverplichtingen.
Kemi zegt dat deze resultaten geen verrassing zijn. De gevonden niet-conforme artikelen waren voornamelijk off-brand en werden buiten de EU geproduceerd, zegt Kemi-inspecteur Frida Ramström. ‘We weten uit eerdere handhaving dat stoffen op de Reach kandidatenlijst ZZS in sommige landen buiten de EU nog steeds worden gebruikt. Vooral in artikelen gemaakt van zacht PVC-plastic. Precies het soort artikelen waarop we ons probeerden te focussen’, aldus Ramström. In alle gevallen hebben leveranciers vrijwillig niet-conforme artikelen uit de markt gehaald. Als inspecteurs beperkte stoffen boven de grenswaarde vonden, meldden ze dit voor onderzoek aan de milieu-aanklagers.

 

Veel bedrijven weten het gewoon niet

Veel bedrijven die niet-conforme artikele leveren weten het gewoon niet. ‘In dit project was meer dan de helft van de 308 geïnspecteerde bedrijven niet op de hoogte van hun verplichtingen’, zegt Ramström. Ze voorspelt dat de naleving van de wet zal toenemen als consumenten informatie gaan opvragen over ZZS in de artikelen die ze kopen. ‘En natuurlijk zou meer handhaving leiden tot een groter bewustzijn bij bedrijven.’
Kemi zelf is ‘best tevreden’ met de middelen die beschikbaar zijn voor handhaving, hoewel: ‘Aangezien het aantal bedrijven en producten op de markt zo groot is, willen we natuurlijk altijd meer handhaving doen om er zoveel mogelijk te bereiken ‘, Zegt Ramström.

 

Zelfs al is er de bereidheid om Reach te implementeren, het is alsof mensen veel te laat in het proces gaan nadenken over handhaving

 

De introductie van Substances of Concern In Products (SCIP)

Vanaf volgend jaar krijgen bedrijven weer een prikkel om meer aandacht te besteden aan ZZS. ECHA ontwikkelt een database voor zorgwekkende stoffen in producten (Scip). Deze database bevat informatie die wordt verstrekt door bedrijven die ZZS bevattende artikele produceren, leveren of importeren. Bedrijven zijn wettelijk verplicht deze informatie vanaf 5 januari 2021 te verstrekken.

 

Uitvoering blijft mogelijk struikelblok

ECHA-topman Hansen zegt dat de SCIP de implementatie van Reach-regels zal stimuleren. Maar voor de handhavingsautoriteiten betekent het ook veel meer werk, geeft hij toe: ‘Het is duidelijk dat elk stuk wetgeving zo sterk is als de handhaving ervan.’ Volgens Kemi’s Ramström gaat Zweden een sanctievergoeding opleggen aan bedrijven die niet rapporteren aan de database. Maar ze weet uit ervaring dat veel bedrijven niet eens weten dat er gevaarlijke stoffen in hun artikelen zitten en ‘dit maakt het natuurlijk moeilijk voor hen om zich bij de SCIP te melden’.
‘Zelfs als er de bereidheid is om Reach te implementeren, is het alsof mensen veel te laat in het proces gaan nadenken over handhaving’, zegt Verougstraete van Eurometaux. ‘Het had het eerste moeten zijn om over na te denken.’ Verougstraete zegt dat handhaving een sleutelelement moet zijn van de Europese Green Deal en de bijbehorende strategie voor chemicaliën.

 

Een blik op de toekomst

Voor ECHA is het de komende jaren in ieder geval een bepalende pijler, zegt Hansen: ‘Als we het afgelopen decennium samenvatten als de periode waarin de industrie de daad bij het woord voegde, dan gaat het komende decennium er om dat we controleren of ze goed werk hebben geleverd. En wanneer ze dat niet deden, om actie te ondernemen. ‘Allereerst moet het verbeteren van de gegevens die zijn ingediend tijdens het Reach-registratie decennium bovenaan de lijst staan: het is ‘absoluut fundamenteel’ voor het functioneren van Reach, zegt Hansen. ‘Om ervoor te zorgen dat chemicaliën en de producten die ze bevatten veilig zijn, moeten we weten wat al hun gevaren zijn. Als we het gevaar niet kennen – of een stof irriterend of bijtend is of kanker veroorzaakt – kunnen we de veiligheid niet garanderen. Het is de basis van het systeem.’

Bron: Chemistry World
Lees ook: EEB daagt ECHA uit tot 10 REACH-verbeteringen

Voorbehoud
Deze informatie is met de grootst mogelijke zorg samengesteld, in sommige gevallen uit verschillende informatiebronnen. (Interpretatie)fouten zijn niet uitgesloten. Er kan dus geen enkele wettelijke verplichting aan deze tekst worden ontleent. Iedereen die met dit onderwerp te maken krijgt, heeft zelf de verantwoordelijkheid om zich in de materie te verdiepen!